Joshua Tree Revisited

De eerste nachten in de VS zijn meestal kort. Het is even aanpassen aan de andere tijden. Toch ben ik rond 5:15 wakker en kan ik niet meer slapen. Dat de buurman aardig hard snurkt (of zijn de muren te dun?), helpt ook niet mee. Ik doe wat spelletjes op de tablet, douche en ga even na half 7 naar het ontbijt dat traditioneel Amerikaans is: toast met smeerkaas, wafel, yoghurt en koffie. Ondanks de beperkte keuze, smaakt het goed.
Na het ontbijt is het de auto inladen en op weg. Wel nog even langs een Walmart want ik denk dat het toch makkelijker is bij het wandelen, dat je flesjes water hebt die dicht gedraaid kunnen worden. Een blikje water (met koolzuur) is dan niet zo handig.
Na de Walmart heb ik even spijt dat ik de dashcam niet mee heb om de bochtrijke weg te filmen. Ik heb me voorgenomen om geen foto’s te nemen als ik rijd (net als geen foto’s meer van het eten) dus kan ik alleen foto’s maken als er ruimte langs de weg is om even stil te staan. Helaas is dit niet altijd mogelijk.
Er staan geen borden met overstekend wild, dus zie ik er genoeg. Van de overstekende eekhoorn, kalkoen en salamander heb ik geen foto, maar het hert kan ik nog wel in de lens vangen. Denrit gaat verder door diverse parken tot aan Salton Sea, dat eigenlijk een groot meer is. Dat de omgeving veel water heeft, is te zien aan de vele palmbomen die hier in grote getalen gekweekt worden. Ook veel andere bomen die mij op pecan of andere notenbomen lijken.
Na de kwekerijen rijd ik een ander park in dat voornamelijk uit grijs zandsteen bestaat. Door de snelweg over te steken, rijd ik zo Joshua Tree NP in. Bij het eerste visitor center betaal ik netjes voor een America The Beatiful pass, waardoor ik tot aan volgend jaar juni ieder Nationaal Park in mag. Gezien de 5 dagen die ik nu al gebruik, is de kaart van $80 een koopje. Gemiddeld is de dagprijs voor 1 auto namelijk tussen de $25 en $35.
Sommige botanici vinden de Yucca brevifolia (latijnse naam voor Joshua tree) geen boom, maar aangezien het wel een grote stam heeft met vertakkingen, vind ik het wel een boom. Hij is overigens benoemd door Mormoonse kolonisten die de boom vonden lijken op Joshua die met zijn armen omhoog de hemel wilde aanwijzen.
Ik stop bij een veld met cacti die je volgens de bordjes beter niet kunt aanraken. De naalden schijnen nogal moeilijk en alleen pijnlijk te verwijderen zijn. Salamanders schijnen hier weinig moeite mee te hebben, want bij het begin van de wandeling zie ik er al 1 aan de voet van zo’n cactus. De temperatuur begint al de 95 Fahrenheit (35 Celsius) aan te raken, dus snel weer naar de auto en airco.
Via enkele andere stops rijd ik uiteindelijk het park uit en door naar Twentynine Palmsy, de stop voor vandaag. Het komt aan de naam door de 29 palmen die rond een oase in de buurt zijn geplant om de native Americans te gedenken. Er schijnt hier ook een basis van de Mariniers te zijn, maar ik heb nog geen soldaten gezien.
Na het inchecken nu het verhaaltje aan het schrijven met op de tv de world series college softbal (Oklahoma – Texas Tech). Op dit moment een leuke wedstrijd.
Morgen door naar Death Valley