In de wolken

We beginnen de dag wederom met een staaltje limbo douchen. De douchekop hangt overal gewoon 30 cm te laag. Misschien ben ik vreemd bezig en gaat iedereen hier in bad, maar 3 tot 5 minuten onder de douche is voor mij voldoende om daarna op pad te gaan.
Bij het uitchecken zit niemand bij de receptie en pas na 5 keer bellen kan ik daadwerkelijk op pad. Het eerste punt waar ik heen wil, is de zeeleeuwen pier van Monterey. Die zijn echter niet aanwezig, dus ik pak d Coastal Highway 1 tot Big Sur. Ik zie in ieder geval meer dan de vorige keer dat ik hier was want de wolken die nu hoog in de lucht hangen, hingen toen op zeeniveau. Bij Big Sur (en al eerder) borden dat over zon 25 mijl de weg niet verder bereden kan worden en er geen detour is. Ik keer dus terug en kan dan de brug van de snelweg over een baai fotograferen.
Voor Monterey sla ik af richting het zuiden en neem de alternatieve route richting het punt waar Highway 1 weer verder bereden kan worden. Het begint gemoedelijk door wat heuvellandschap, maar even later worden het bergen. Er is weer een bord met een waarschuwing dat er overstekend wild kan zijn. Dit klopt aardig. Eekhoorns lopen van links naar rechts en omgekeerd. Ik weet alleen niet aan welke kant de nootjes nu het lekkerst zijn, want de stand is ongeveer gelijk. Diverse Californische kwartelfamilies steken ook over en gelukkig zien ze me en komen in veiligheid want horen zullen ze me niet.
Eenmaal het eerste berglandschap uit, kom ik door Fort Hunter Ligett. Een basis van het Amerikaanse leger dat uit tenten bestaat en het merendeel van de voertuigen is dan ook humvee of groter. Ik ga een brug over en er wordt gewaarschuwd dat auto’s langer dan 25 feet (iets meer dan 8 meter) deze weg niet kunnen berijden.
Dat had een belletje bij me moeten laten rinkelen, maar ik rij gewoon door. Langzaam kom ik hoger en het aantal auto’s dat ik tegenkom doet mij verbazen. Dit zijn er meer dan ik gedacht had. De weg wordt steeds smaller en opeens zit ik boven de bomengrens. Als ik door heb dat dit niet mijn weg is, is het al te laat. Huub en Frans zullen de weg van Phoenix naar Flagstaf door Tonto Basin zich ook nog wel herinneren, alleen heb ik nu het “geluk” dat de weg geasfalteerd is. De diepte naast me is echter wel hetzelfde.
De tegenliggers die ik, in tegenstelling tot Tonto Basin, nu wel tegenkom, kan ik op de bredere stukken (laten) passeren. Het merendeel steekt een vingertje (nee, niet die) omhoog om me te bedanken. Een gebaar dat ik kopieer.
Volgens de navigatie moet ik na de volgende bocht de oceaan weer zien, maar het enige dat ik zie, zijn wolken. Een beetje door de mist slinger ik met de auto naar beneden. Ik ben blij als ik eindelijk weer “beneden” ben. Nog steeds op een aardige hoogte langs de kust, maar met vangrail en tweebaans asfalt.
Bij San Simeon is een zeeolifantenkolonie. Deze dieren waren bijna door de walvisjagers uitgemoord, maar sinds 1990 komen ze hier weer aan land. Het begon met 12 dieren en 1 jong in 1992, een aantal jaren later waren er 1000 jongen. Het lijkt erop of ze lui zijn, maar ze rusten uit op het strand na het jagen op voedsel. Ook vervellen ze rond deze tijd. Ze gooien zand op het lichaam om zich te beschermen tegen de zon want ze hebben een aardige vetlaag. Een mannetje kan tot 3000 kg wegen.
Na de zeeolifantenkolonie vervolg ik mijn weg tot het hotel in San Luis Obispo. Morgen naar Los Angeles voor de eerste honkbalwedstrijd. Ik ga niet protesteren want de heer Trump heeft in alle wijsheid de Nationale Garde naar LA gestuurd om in te grijpen bij demonstraties. Ik hoop niet dat ik in een staat van beleg terecht kom.