Het motel is aardig gehorig. Vanaf een uur of 6 hoor ik wc’s, douches en mensen die vertrekken. Als ik even controleer wat de temperatuur is, schrik ik toch wel even want het is -12, gevoelsmatig -18. Aangezien ik vandaag een korte rit heb van minder dan 100 mijl en het ontbijt pas om 6:45 uur start, lees ik de krant die ik gisteren wel kon downloaden. Daarna onder de douche en door naar het ontbijt.
Op weg erna toe zie ik dat de ruiten van de auto bevroren zijn en ik heb geen ijskrabber, daar moeten we later even een oplossing voor vinden. Ik word naar een tafel begeleid en gevraagd of ik koffie wil. Ik zit zo goed als naast het apparaat, dus ik bedank voor de moeite.
Er is iets meer keuze, er zijn nu ook pannenkoeken en er is bacon. Ik laat het me smaken en keer terug naar de kamer.
Aangezien ik ook nog moet tanken en dat pas om 8:00 uur opent, laat ik de zon zijn werk doen. Toch moet de verwarming en de blazer eraan te pas komen om de voorruit te ontdooien. De tank wordt gevuld voor nog geen €37,50. Ik kan er weer 450 mijl (720 km) tegen aan.
Op nog geen 5 kilometer vanaf het motel zie ik een bord met Mossy cave and waterfall. Dus maar even kijken of dit te bezichtigen is. Via een kleine wandeling van 1 km heen en terug zou je beide kunnen zien. Ik loop het pad af dat licht glooiend omhoog gaat. Pas op zo’n 50 meter van de grot en waterval gaat het met bijna 25% omhoog, maar dat is gelukkig een klein stukje. Wel oppassen want op het pad ligt ijs. Zowel de grot als de waterval vallen iets tegen. Bij de grot staat een bord met een foto waarop te zien is dat het in de winter wel mooi moet zijn omdat er dan ijspegels gevormd worden. Die zullen na 2 nachten vorst zich nog niet zo snel vormen denk ik. De waterval staat droog omdat het water nu eenmaal de weg van de minste weerstand zoekt. De loop van de beek, die in het voorjaar waarschijnlijk een rivier is, is iets aangepast. Er valt even verderop wel wat water naar beneden, maar onder de douche wordt je natter.
Ik vervolg mijn weg over de scenic byway Utah-12. Deze kenmerkt zicht door een grote variatie aan landschappen. In het begin de rotsformaties zoals in Bryce en aan het einde de vuurrode rotsen van Capitol Reef. Er tussenin zie je bergen in 50 tinten grijs, okergele en witte zandsteen, maar ook weilanden in een dal of op een plateau. Ongemerkt stijg je naar zo’n 9900 foot (3017 meter) hoogte.
Er zijn weinig scenic turnouts waar je rustig een foto kan maken. Op een van de plekken waar het wel kan, lijkt het landschap op Badlands NP. Er staat een bus, eveneens met een kenteken uit Oregon. Dat wordt ook door hun gezien- en er wordt gevraagd uit welk deel van Oregon ik kom. Ik leg uit dat het een huurauto is en dat ik uit Nederland kom. Wat een toeval, hun dochter woont nu in Nederland (Amsterdam) en is Nederlandse geworden omdat ze het zo naar haar zin heeft. Met een groet nemen we afscheid.
Langs de U12 staan diverse borden met informatie. Een van de interessante zaken op die borden is het verhaal van een huifkarrentocht naar ZW Utah. In de tijden van de pioniers (nee niet die uit Hoofddorp) moest men om de bergen heen. Een verkenner had een smalle doortocht gevonden in de bergen, genaamd de Hole in the Rock. Echter konden de normale huifkarren daar niet doorheen. Alleen smalle, maximaal 2 paarden breed, konden hier door. Uiteindelijk is het hen gelukt, maar wel met veel moeite omdat de verkenner de breedte van de pas verkeerd had ingeschat.
Zelf rij ik ook door een smalle pas waar het aardig steil naar beneden gaat. Ik heb het geluk dat ik precies in dit deel een vrachtwagen tegenkom met een huis achterop. Een wideload dus. Ik parkeer op advies van de begeleidende auto de mijn op 2 mm van de rotsen aan de rechterkant van de weg. Ik zoek zo even het filmpje op.
Terugkomend op het huifkarren verhaal, ook in modernere tijden valt het niet mee om van punt A naar B te komen. Pas in de jaren 70 (als ik het me goed herinner van zo’n bord) werd de weg van Boulder naar Torrey geasfalteerd. Daarvoor was het een combinatie van grind en zand. Na een fikse regenbui betekende dat 200 mijl omrijden om bij Torrey te komen. Vandaag doe ik het in 20 minuten.
Ik ben te vroeg om in te checken, dus ik rij door naar Capitol Reef NP. Ik kom langs het hotel waar we in 2017 verbleven hebben en het punt waar ik voor het eerst foto’s van de sterren probeerde te maken.
Eenmaal bij Capitol Reef is te zien dat de herfst is begonnen. De bomen kleuren van groen naar (goud)geel. Ik maak een paar foto’s, maar veel meer dan rode rotsen zijn het niet. Wat wel mooi is aan Capitol Reef, is dat je drie kloven (canyons) in kunt rijden. Pas dan voel je je heel erg klein.
De weg in zo’n canyon is rots en zand, maar gelukkig heeft het hier al een tijd niet geregend. De vorige keer konden we (voor zover ik me kan herinneren) maar 1 canyon in, ik rijd er nu 2 in. Als ik bij de tweede aan het einde ben omgekeerd kom ik een camper tegen. Nu is de weg maximaal 2,1 auto breed, dus passeren is moeilijk maar deze caracan is 1,3 auto breed. We hebben dus een probleem. Ik kies uiteindelijk eieren voor mijn geld en rij achteruit. Hierbij moet ik 2 bochten door waarvan 1 met de zon in mijn gezicht. Gelukkig kom ik zonder rotsen (en dus de auto) te beschadigen op een punt waarbij de caravan er langs kan. Ik hoop voor hun dat ze verderop alleen maar auto’s op dat soort punten tegenkomen.
Ik heb genoeg gezien van het park en rijd richting Torrey om in te checken. Ik was via de mail al ingelicht dat er nog werkzaamheden waren, maar dat de kamers klaar waren. Ik moet zeggen dat de kamer ontzettend mooi is. En aan de Wifi verbinding kan menig hotel/motel een voorbeeld nemen. Morgen richting Moab waar ik 3 nachtjes blijf.