Langs de kust

Als ik voor het eerst wakker wordt, is het tegen 4 uur. Ik kan niet meer slapen en draai me geregeld eens om. Als ik voor mijn gevoel een half uur later maar even kijk hoe laat het is, schrik ik toch wel even want het is 7:50 uur. Ik heb niet gemerkt dat ik toch geslapen heb.
Ik neem 2 broodjes als ontbijt en douche snel. Daarna alles inpakken en naar de auto. Uitchecken kan digitaal, dus dat doen we. Een kaart gaat in de bak voor de gasten die het hotel verlaten en een kaart wordt later door de parkeerautomaat ingenomen.
Ik kies ervoor om niet de snelweg te nemen, maar via Henderson de weg langs de noordkust van Lake Mead te rijden. Dit is echter een NPS park, dus ik moet intree betalen. Aangezien dit park ook tot de parken van de nationale kaart hoort, koop ik deze America the Beautiful kaart. Dan hebben we er de vakantie(s) in 2024 ook nog wat aan.
Het park heet Lake Mead, maar ik zie op 2 punten na nooit water. De bergen schermen het stuwmeer af. Wel kan je naar het meer toe rijden, want er zijn diverse campings aan het water. Ik doe het echter niet. Het park zelf is niet echt in een eigen categorie in te delen. Soms waan je je in Bryce Canyon, dan weer in Grand Canyon, dan weer in Badlands en zo kan ik nog wel doorgaan. De variatie is mooi om te zien. Ik maak enkele foto’s en om iedereen gerust te stellen, dat doe ik langs de kant van de weg, of, als het kan omdat er niemand van achteren aankomt, stilstaand op de weg. En ja, ik weet dat dit eigenlijk niet mag.
Het park eindigt daar waar ik gisteren Valley of Fire uitreed. De weg naar de snelweg is dus bekend alleen sla ik nu rechtsaf in plaats van links af. De komende 80 mijl is in iets meer dan 1 uur te doen want de toegestane snelheid is 75 mijl/uur. Met 77 mijl op de teller word ik echter nog wel continue ingehaald.
Vlak bij de afslag in de richting van Zion National Park rijd ik door een bekende kloof en weet ik uit vorige ritten welke kant de volgende bocht op zal gaan. Ik neem geen risico en doe het dus niet blindelings.
Vlak voor Zion spot ik een fort waar we een aantal jaren geleden gestopt zijn toen we uit Zion naar een volgend punt reden. Ik stop nu echter niet. In vergelijking met voorgaande bezoeken is het nu erg rustig in Springdale, het voorportaal van het park. Ik ga het park, dat je alleen per shuttlebus in mag, niet in. Ik wil hier eigenlijk maar 1 trail lopen, maar ik weet zeker dat ik die niet durf te lopen vanwege mijn dieptevrees. Angel’s landing trail gaat namelijk langs enkele diepe afgronden.
Aan het einde van het park rij ik een slingerweg naar boven en moet even wachten voor de tunnel. Na de tunnel zijn de meeste stops aan de andere kant van de weg en het uitzicht achter me. Ik besteed hier geen tijd aan want dat heb ik bij de vorige bezoeken al gezien. Ik stop wel even bij de checkerboard rots, maar door de zon die recht achter de rots staat, is het lastig fotograferen.
Met goede moed rij ik verder richting Bryce en kom bijna niemand tegen. De radio werkt ook niet mee, maar ik kan toch iedere keer na een bocht langs een berg een nieuw kanaal vinden.
Als ik in Bryce Canyon uit de auto stap, doe ik meteen een jas aan. Ik vertrok met bijna 28 graden uit Las Vegas en hier is het net 12 graden met een koude wind. Ik merk nu ook dat het hier 1 uur later is dan in Vegas. Na het inchecken rij ik een klein stuk het park in om de zonsondergang te fotograferen. Door de kou hou ik het echter niet te lang uit en ga terug naar mijn kamer en daarna door naar het restaurant.
Omdat het naseizoen is, zijn er maar 2 open: de snackbar en de vreetschuur. Misschien een beetje oneerbiedig, maar het lijkt een beetje op lopende band werk. Ik zit in de hoek met de bejaardensoos. Ik ben zelfs minimaal 15 jaar jonger dan de gasten om mij heen. Wel weet ik nu welke kleinkinderen van deze grootouders lastpakken en welke lieverdjes zijn. Het gesprek dat ze voeren gaat inderdaad niet zachtjes.
Na het eten loop ik weer terug naar mijn kamer en twijfel of ik nog een poging ga doen om sterren te fotograferen. Ik besluit tot morgen te wachten zodat ik kan zien waar dit het beste kan.