Badlands

Het is wederom rond half 7 als ik wakker word. Het zal wel te maken hebben met mijn normale ritme want thuis word ik ook meestal rond dezelfde tijd wakker. Na een toiletbezoek beginnen we met knielen, niet om te bidden maar anders pas ik niet onder de douche. Ik snap nog steeds niet waarom de meeste douchekoppen hier in Amerika op 1,80 meter hoog hangen. Ik kan me niet scheren want de wasbak lekt en mag niet gebruikt worden (als we ‘s middags terug komen is dit verholpen). Na met moeite mezelf gewassen te hebben, gaan we naar het ontbijt. Er zijn ruim 60 kamers in het motel, alleen maar 6 tafeltjes. Wij zijn op tijd en kunnen ons helpen aan het traditionele Amerikaanse ontbijt. Ik neem dus geroosterd brood met smeerkaas en pindakaas. De rest is me te zoet.

Om de hoek van het hotel tanken we even om er zeker van te zijn dat we niet weer zo duur uit zijn. We rijden naar het noord-oosten en nemen niet de eerste ingang maar de 2e van Badlands NP. We rijden de scenic route dus van oost naar west. Meteen na de ingang zijn er 2 korte trails die we dan ook lopen. De rotsen zijn wit tot grijs en zeer bros. Na de nodige foto’s genomen te hebben, rijden we door naar de volgende parkeerplaats waar we wederom de trail lopen, of beter gezegd klimmen. Via diverse trappen komen we 200 feet (60 meter) hoger uit en hebben een goed overzicht over de prairie en het begin van de rotsformatie genaamd de Wall.

Na nog enkele stops begint het wel een beetje veel van hetzelfde te worden. Aangezien we niet de langere trails (willen) lopen, zijn we aangewezen op wat we binnen 100 tot 200 meter van de weg kunnen zien. En dit lijkt veel op elkaar.

Halverwege de scenic route kunnen we 2 opties nemen. De weg richting de I-90 en het plaatsje Wall of via de Rim road. We nemen de laatste en zien meteen een kudde (vrouwelijke) bighorn schapen. Het is dan ook druk met auto’s die op de weg blijven stil staan. Dus wij doen het ook maar om even snel wat foto’s te maken. Verderop zien we wat verdwaalde bizons. Halverwege de route, tenminste dat dachten we, komen we bij Robert’s Prairie Dog Town. Ik weet niet wanneer ik gevraagd ben om mijn naam hier aan te verlenen, maar ik laat het zo. Er zijn hier diverse, voornamelijk jonge, prairiehondjes te zien.

We vervolgen de weg die bestaat uit zand en kiezels en zouden snel bij het plaatsje Scenic moeten uitkomen. Dit valt nog vies tegen. We rijden zo’n 16 mijl over dit soort wegen langs weilanden en boerderijen tot we eindelijk weer asfalt onder de wielen hebben. Het is dan nog 30 mijl naar het hotel waar we halverwege de middag aankomen. We hebben dan mooi tijd om even uit te rusten want de eerste 2 dagen waren de ritten toch wel erg lang. Gelukkig is de rest van de reis minder inspannend qua afstand.

Morgen naar Sheridan via ondermeer Deadwood, Spearfish en Devil’s tower.