Eenmaal op het vliegveld van New Orleans aangekomen verloopt het inchecken redelijk vlot. Het enige oponthoud is de extra security controle waar ik kennelijk weer een van de weinige aangewezen vrijwilligers ben. Het lijkt niet uit te maken of ik bij een groepje sta of alleen. Kennelijk heb ik iets waardoor ik of te onschuldig lijk en daardoor wellicht een terrorist ben of ik zie eruit als een terrorist. De waarheid zal wel in het midden liggen.
Tijdens de vlucht naar San Francisco passeren we, naar wat ik dacht, de Rocky Mountains maar na het bestuderen van het vluchtplan en de foto’s blijkt het de Grand Canyon geweest te zijn. Echter vanaf 33000 voet is de ervaring niet echt indrukwekkend. Vlak bij San Francisco aangekomen wordt de landing ingezet. Als ik naar rechts kijk dan zie ik water en ook naar links alleen maar water. Mede door de vermoeidheid begint de angst er toch in te sluipen. Net als ik denk in zee te storten is er weer land in zicht en netjes wordt het vliegtuig op de landingsbaan gezet.
In de aankomsthal zoek ik, nadat ik mijn koffer opgehaald heb, naar de balie voor het vervoer naar de stad. Een vrouw ziet me zoeken en vraagt me waar ik naar zoek. Ik leg het uit en we raken aan de praat want ze heeft snel in de gaten dat ik niet uit de buurt kom. Ze blijkt te werken in de armenzorg, vergelijkbaar met het Leger des Heils. Ze laat me een kaart zien en tekent hierop de gebieden waar het voor een toerist wat minder aantrekkelijk is om je te vertonen. Daarna wijst ze me de weg naar de balie die ik zoek. Ik geef haar een donatie om haar goede werk voort te zetten en begeef me naar de balie. Aangezien ik ook via het BART systeem terug naar het vliegveld kan, neem ik een enkele reis.
Bij het hotel aangekomen blijk ik pas over 4 uur te kunnen inchecken. Wel hebben ze een bagagekluis waar ik gebruik van kan maken. Dit doe ik en loop de straat af naar het beginpunt van de cable cars. Onderweg kom ik vele zwervers tegen die met diverse teksten op een bord zitten te bedelen. De een wat origineler dan de ander, maar sommige zijn gewoon eerlijk en melden dat ze geld nodig hebben voor drugs en/of alcohol.
Bij de cable cars aangekomen koop ik een kaart voor 3 dagen en kan daar ook met het overige openbaar vervoer mee. Met een beetje passen en meten en door bepaalde dames voor te laten gaan, sta ik vooraan in de rij voor het volgende rijtuig. Dat komt aan rijden en stopt op een grote houten cirkel. Net op het moment dat ik me afvraag waar die voor is, komen de bestuurder en enkele andere medewerkers uit het rijtuig. Er wordt een hendel over gehaald en met zijn allen duwen ze het rijtuig rond waardoor de voorkant nu ook weer richting de rails gericht staat. Ik mag als eerste instappen en zorg ervoor dat ik vooraan in het rijtuig zit.
Het gaat heuvel op en af en de “bestuurder” blijkt iemand te zijn die op het juiste moment een hendel naar voren of achteren duwt om het touw, dat onder de weg door loopt, op te pakken of los te laten. Onderweg legt hij nog een en ander uit en binnen mum van tijd zijn we op het eindpunt. Daar aangekomen voel ik me wat licht in het hoofd en merk dat ik honger heb gekregen. Bij de In and Out haal ik een hamburger die vele malen lekkerder is dan die van de gele M maar dit kan echter ook liggen aan het feit dat ik honger had. Ik loop door naar pier 39. Onderweg zijn de zeeleeuwen al te horen en kennelijk hebben die beesten in de gaten dat ze beschermd zijn want ze zijn aardig brutaal.
Bij het loket haal ik een ticket voor Alcatraz voor de volgende ochtend. Dit blijkt volgens een paar andere toeristen een mazzeltje te zijn want normaal moet je deze ruim van te voren reserveren. Ik maal er niet om en ga terug naar de cable car om naar Lombard street te gaan. Bovenaan draai ik me om om over de stad heen te kijken en op dat moment doet iemand anders dat ook. Van beide vallen de fototoestellen, maar na controle blijken ze beide nog te werken. Ik heb moeite om langs het voetpad naar beneden te komen, dus met de auto is nog erger. Het spreekt voor zich dat deze straat wegens de moeilijkheid en de smalte eenrichtingsverkeer is.
Het is tijd om in te checken dus ik ga terug naar het hotel om mijn kamer op te zoeken en me op te frissen. Er zijn er meer op die gedachte gekomen en het lijkt erop of de plaatselijke Hells Angels een conferentie in mijn hotel hebben. Voor het hotel heel veel choppers en binnen zijn de baarden en spijkerjassen niet te tellen. Het blijken echter geen leden van een motorbende maar een club te zijn die een rondje Californië doen. Echt gerust ben ik er niet op, maar de rest van mijn verblijf heb ik totaal geen overlast van ze gehad. Ik ga nadat ik mijn kamer heb gekregen weer terug naar de kustlijn en eet wat Clam Chowder. Ik merk onderweg wel dat de zwervers verjaagd worden door groepen jongeren en ga voor de veiligheid retour naar het hotel.
De volgende morgen ontbijten aan de overkant bij de Mac. Roerei, bacon en een hash brown met een bak koffie bepalen het menu. Terwijl ik zit te eten komt er een zwerver binnen rennen. Met verbazingwekkende snelheid haalt hij een colabeker uit de afvalbak en doet deze onder de colamachine. Als een ander geen refill meer wilt hebben, dan kan hij die nemen, toch? Als de manager achter de toonbank vandaan komt vlucht de zwerver weg. Hij draait zich bij het raam om en wijst lachend op de beker, neemt een slok en vervolgt zijn weg. Een leuk tafereel om te zien, maar eigenlijk te triest voor woorden.
Na het ontbijt wederom via de cable car naar de pier om op de boot naar Alcatraz te stappen. Midden in de baai ligt het Pelikanen eiland, zo’n anderhalve mijl van af de kust. Ik heb de film met Clint Eastwood gezien en verwacht er veel van, teveel blijkt achteraf. Op het eiland gekomen blijkt het verval met moeite tegen te houden. Diverse gebouwen zijn aangetast door wind, water en zout. Het is nog een aardige klim naar boven over een heel stuk (zeer) vals plat. In het hoofdgebouw blijkt nog maar een keer hoe je door de filmindustrie in de maling wordt genomen. Daar waar je de indruk krijgt dat het een groot complex is, blijken sommige vertrekken niet groter dan menig huiskamer. We worden langs de cellen geleid en hoewel het een ontsnapping betrof, toont met met gepaste trots toch de cellen waar men de roosters uit de muur hebben gebikt. Een van de mensen in de rondleiding mag de isolatiecel in (ik pas hiervoor) en ze wordt na 2 minuten “bevrijd”. Voor ons een korte onderbreking, maar zij denkt werkelijk dat het ruim 10 minuten heeft geduurd. Een blik in de cel laat zien dat het aardig donker is. De buitenplaats is niet groter dan een half zaalvoetbalveld en ook de doucheruimtes en kantine zijn vele malen kleiner dan in de film.
Tijdens de terugvaart naar San Francisco varen we met een kleine boog naar de Golden Gate maar echt dicht bij komen we niet. Door smog lijkt de brug in nevelen gehuld. Weer op het vaste land neem ik een oude tram. Het blijkt een Street car genaamd Desire te zijn (ken je klassiekers!). Ik stap vlak bij de Bay bridge uit en loop via een boerenmarkt, een speelautomatenmuseum en een oude marineboot terug naar de afvaartpunt op de pier. Ik laat me de weg wijzen naar Chinatown en daar aangekomen loop ik wat rond. Ik verbaas me over wat en hoe men de etenswaren in de etalage aanbied. Bij de eerste zijn de eenden net geplukt en kan je ze hangend nog net herkennen aan de snavel, bij de buurman zijn ze al gebakken en worden ze af en toe bedruipt. In een klein restaurant eet ik dim sum en ik moet zeggen dat ik ze nergens meer zo lekker heb gegeten.
Na het eten terug naar het hotel want morgen gaan we retour naar Nederland. Ik stel de wake up call in en probeer een goede nachtrust te krijgen. Helaas lukt me dit niet omdat ik om 4 uur ‘s nachts een sms krijg van mijn broertje die luid: “we hebben gewonnen en ik heb de winnende gemaakt.”. Leuk om te weten maar ik slaap niet meer. Met moeite stuur ik geen sms terug want hij haalt me van Schiphol op. Thuis hoor ik pas dat dit met voorbedachte rade was omdat het hele team hem hoorde zeggen: ik ga er een in San Francisco wakker sms-en. Van je familie moet je het hebben, ik pak hem nog wel terug. Niet veel later besluit ik maar om uit te checken en naar het vliegveld te gaan. Ik heb nog geld over en neem een taxi naar het vliegveld die me $40 kost. Op het vliegveld aangekomen neem ik een ontbijt en de mevrouw blijft maar koffie bij vullen. Ik drink hem snel leeg en voordat ze weer kan bijvullen gooi ik geld inclusief fooi op de tafel en neem met een Thanks afscheid. Het wordt tijd om naar de gate te gaan en in de rij zie ik hem al kijken. Nog voordat hij bij mij is, heb ik mijn riem en schoenen in mijn hand en vraag aan hem waar ik heen moet. Enigszins verbaast kijkt hij me aan. Ik leg uit dat dit mijn 7e vlucht in Amerika is en de 7e keer dat ik uit de rij wordt gehaald. Ik weet nu wel de procedure.
We vliegen via Chicago en waar ik naar Chicago nog ruimte genoeg heb in het vliegtuig, is het naar Amsterdam wat drukker. Het is de nachtvlucht en ik probeer wat te slapen, maar ben pas een aantal uur wakker dus dat lukt niet zo. Op Schiphol word ik aangehouden door de douane maar na een snelle check mag ik gewoon doorlopen. Als ik de hal in loop hoor ik alleen maar: “je was toch niet wakker geworden van mijn sms?” en ik begroet hem met een glimlach. Hij weet ook genoeg: de stunt is geslaagd. Thuis bij mijn ouders raak ik niet uit verteld. Eigenlijk wil ik zo snel mogelijk weer.
Foto’s: