Zoals was te verwachten was het ontbijt teleurstellend. De ruimte was klein, maar er werd totaal niet gelet op de hoeveelheden die er waren. Wat er was, was snel weg. Gelukkig hadden we nog kaas en ham over van gisteren, dus konden we het zelf een beetje aanvullen. Na het summiere ontbijt gingen we op weg richting Yosemite, met als tussenstop Sequioa. De beide Tom’s zijn het niet met elkaar eens. De een wil bij het hotel al rechtsaf, de ander linksaf. We gaan linksaf want die geeft aan dat het korter in mijlen is.
We rijden bijna direct weer het gebergte in richting Lake Isabella. Het is een zeer mooie omgeving, maar op een gegeven moment wordt het toch wel veel draaien en keren. We steken door en rijden langs een rivier in de richting van Bakersfield. Als we enkele rapids en watervallen zijn gepasseerd zijn we ook het gebergte door. We rijden de fruit boomgaard van Californië binnen. Abrikozen, druiven, sinaasappels en perziken komen voorbij. Het duurt een lange tijd voor we de afslag richting Sequoia kunnen nemen, maar dan merken we het ook meteen. Wederom is het keren en draaien om boven te komen. Het uitzicht is daar ook adembenemend (ook de hoogte doet dat met je). Even verderop moeten we wachten wegens werkzaamheden. Het halve wegdek is weg en daardoor is er slechts 1 baan beschikbaar.
Na even gestopt te zijn, draaien we naar beneden en komen in Grand Forrest. Hier begint het redwood en we zien al enkele, kleine, Sequoia bomen. We rijden door naar de parkeerplaats van de General Sherman Tree. Deze boom is onder meer de grootste in volume ter wereld. De leeftijd wordt geschat op ongeveer 3200 jaar. Het is hier zeer druk en na het maken van foto’s gaan we terug lopen naar de auto. Het loopt stevig omhoog, dus de kuiten worden aardig getraind. Onderweg zien we nog enkele herten, maar ook hier wordt het fotograferen bemoeilijkt door het struikgewas. Nadat we de parkeerplaats af zijn gereden moeten we wederom wachten voor werkzaamheden. Dit gaat redelijk snel en zou het laatste oponthoud voor de rest van de rit moeten zijn.
Een tiental minuten later zien we rook boven de bomen uitkomen. Dit kan alleen maar brand zijn. We hopen wel dat we door kunnen rijden want als we terug moeten is dit een aardige omweg en zullen we niet voor donker in Yosemite zijn. Even later volgt de verklaring op de borden: er worden stukken land in brand gezet door de brandweer. Hierdoor hopen ze eventuele “spontane” branden te kunnen inperken en wordt ook de bodem voorzien van nieuwe voedingsstoffen. Er staat veel rook en we moeten weer achter een volgauto aan. Het is indrukwekkend om de branden te zien, maar ook hoe ze deze branden kunnen beperken tot het gebeid waar ze willen.
Na het verlaten van het park is het nog een 3 uur rijden en vlak voor de bergen voor Yosemite zijn de Toms het weer niet eens. We nemen wederom de korte route, maar die voor al slingerend over smalle wegen. Of het helemaal sneller was weet ik niet, maar de aankomsttijd op beide is nu gelijk, we hebben 8 minuten “gewonnen” en 3 mijl afgesneden. Als we rond zonsondergang bij de Lodge komen is het druk voor de receptie. We krijgen een kamer aan de achterkant op de 2e verdieping weet de receptionist te melden. Volledig bepakt nemen we de trap om daar tot ontdekking te komen dat we toch beneden een kamer hebben. Er is wifi, maar die is zeer traag, kan alleen gebruikt worden om email te checken en kost $ 8,99. Dat wordt dus een avondje tv kijken.
We gaan eerst eten en het is ook nu weer lekker. Ondanks het feit dat we ver van zee zijn, smaken de scampi goed en ook de roerbak groenten met kip zijn goed van smaak. Als we terug lopen naar de kamer blijkt iedereen de lolbroek aan te hebben, dat kan dus een lange avond worden.